Op de plek waar zij vroeger naast hem stond,
staat haar grafsteen.
Hij leunt erop, tegenlicht stroomt door zijn haar,
glanst als aureool,
wit met licht
zoals de lucht erachter
en de gedachten aan loslaten,
zwart omrand.
Zijn lijf, gevormd naar jaren samen op de foto,
staat er nu leeg en verlaten bij.
Vannacht zal de leegte haar gezicht weer dragen.

Uit: Gekleed in lucht



 aaa