Jonge groenling, oude eend

Vannacht vloog de witte eend weer
tegen de autoruit en ik
die zijn verplettering bleef dromen
drukte het gaspedaal in,
smeekte de regen als medeplichtige
alle sporen uit te wissen om de kinderen
dit leed te besparen.
Aan alles komt een eind,
ook aan onschuld.
Het regende hard, hij vloog te laag,
was misschien onwel geworden,
oud, verzwakt, verward, mevrouw de rechter,
ja, ik reed door en liet hem in de berm liggen,

maar niet de jonge groenling
die tegen het raam van onze tuindeur vloog
en buiten westen raakte.
Hem heb ik toegewijd verzorgd,
ik heb alle vogels lief,
verjaag alleen eksters en Vlaamse gaaien,
maar ze komen terug zodra er jonge meesjes zijn.
De groenling was warm
zijn hart vuurde als een mitrailleur,
hij kwam langzaam bij en ik waakte tot hij wegvloog.
Soms denk ik dat ik hem ben
die tegen glazen platen vliegt
waar ik doorheen kijk maar niet doorheen kom.

Uit: Jonge groenling, oude eend



 aaa